Vaccinatie tegen Coronavirus
Het afweersysteem is bij veel hematologische patiënten onderdrukt. Er is daardoor een verminderde kans op effectiviteit van het coronavaccin. Blijf dus alsnog voorzichtig. Afstand houden en mondneusmaskers dragen blijft belangrijk, ook als u gevaccineerd bent. Wij volgen de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Hematologie (NVvH).
Let op:
- Voorlopig is het advies aan alle patiënten om zich ook na stamceltransplantatie te laten vaccineren. Aangezien de logistiek van de vaccinaties zich nog niet leent om op een later tijdstip een vaccinatie in te halen. Dit kan in de loop van de maanden wel veranderen.
- Bent u bekend bij de trombosedienst? Overleg dan eerst met de trombosedienst voordat u zich laat vaccineren.
- Gebruikt u bloedverdunners? Overleg dan met de verpleegkundige of behandelend arts.
- Wanneer u als gevolg van uw behandeling een laag aantal bloedplaatjes heeft (< 50 x 10.9/l), overleg dan met uw arts.
- Wanneer u aan een studie deelneemt, overleg dan met uw arts of (research)verpleegkundige of hier een afwijkend advies geldt.
Veelgestelde vragen
- Kan ik door vaccinatie besmet raken met het Covid-19 virus?
Nee, het coronavaccin bestaat uit kleine stukjes inactief (dood of niet-levend) coronavirus. Vaccinatie met een inactief virus kan niet leiden tot een coronabesmetting. Er zijn ook vaccins die bestaan uit levende, verzwakte virussen. Deze vaccins zijn mogelijk niet veilig voor mensen met een verminderde afweer, maar de vaccins tegen het coronavirus horen niet bij deze groep.
- Kan ik na vaccinatie geen corona meer krijgen?
Het afweersysteem is bij veel hematologische patiënten onderdrukt. De kans dat het vaccin daadwerkelijk maximale bescherming biedt tegen corona is kleiner dan bij gezonde mensen; blijf dus alsnog voorzichtig.
- Is het vaccin veilig?
Het vaccin is getest op gezonde proefpersonen. Er zijn geen aanwijzingen dat de veiligheid van het coronavaccin anders is voor patiënten met hematologische aandoeningen.
- Wanneer word ik gevaccineerd?
Mensen die door een bepaalde aandoening een hoger risico hebben dan hun leeftijdsgenoten worden eerder gevaccineerd: de medische (hoog)-risicogroepen. Ook in het Maastricht UMC+ worden deze groepen gevaccineerd. Komt u hiervoor in aanmerking? Dan ontvangt u vanzelf een uitnodiging van ons. U hoeft geen contact met ons hierover op te nemen. De keuze en indeling van deze groepen is gemaakt door de rijksoverheid.
Meer informatie wie wanneer voor vaccinatie in aanmerking komt.
Raadpleeg voor meer informatie:
- www.mumc.nl
- www.oncologie.mumc.nl
- www.hematon.nl
- https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-vaccinatie/vraag-en-antwoord
- www.universiteitnederland.nl
Hier bespreken wetenschappers in een korte video diverse onderwerpen.
https://www.universiteitvannederland.nl/college/hoe-gevaarlijk-is-het-coronavaccin
-
Patiënten met een stollingsstoornis die behandeld worden in het Hemofiliebehandelcentrum (HBC) vallen niet in de groep van patiënten met een verminderde afweer. Ook zij worden geadviseerd zich te laten vaccineren zodra zij daarvoor een uitnodiging ontvangen.
Afhankelijk van de soort stollingsstoornis kunnen er wel voorzorgsmaatregelen van toepassing zijn rondom het zetten van de coronavaccinatie.
Hemofilie A / Hemofilie B
- Patiënten die profylactisch stollingsfactoren toedienen, moeten de profylaxe op de dag van de vaccinatie toedienen
- Patiënten met een factor VIII of factor IX spiegel ≤10% dienen voorafgaand aan de vaccinatie contact op te nemen met het HBC om stollingsmedicatie af te spreken
- Patiënten met een factor VIII of factor IX >10% hoeven geen extra maatregelen te nemen
- Indien een patiënt met hemofilie A profylactisch behandeld wordt met emicizumab dan kan de vaccinatie plaatsvinden zonder verdere factorsubstitutie.
Ziekte van von Willebrand
- Patiënten die profylactisch stollingsfactoren toedienen, moeten de profylaxe op de dag van de vaccinatie toedienen
- Patiënten met een von Willebrand factor en/of factor VIII ≤10 % die niet profylactisch stollingsfactoren toedienen, dienen voorafgaand aan de vaccinatie contact op te nemen met het HBC voor aanvullende maatregelen rondom de vaccinatie
- Patiënten met een von Willebrand factor en factor VIII >10 % hoeven geen extra maatregelen te nemen
Bloedplaatjesafwijkingen
- Verlaagd aantal bloedplaatjes (trombocytopenie):
- Bij een trombocytenaantal <20*109/l: gebruik op de dag voor en de dag van de vaccinatie tranexaminezuur 1000 mg 3 keer per dag oraal
- Bij een trombocytenaantal >20*109/l zijn geen aanvullende maatregelen vereist
- Patiënten met de ziekte van Glanzmann, Bernard-Soulier of storage pool ziekte dienen voorafgaand aan de vaccinatie contact op te nemen met het HBC voor aanvullende maatregelen
- Bij overige bloedplaatjesafwijkingen (trombocytopathie) zijn geen aanvullende maatregelen vereist
Overige stollingsstoornissen
- Patiënten met een stollingsstoornis waarvoor ze profylactisch stollingsfactoren toedienen, moeten de profylaxe op de dag van de vaccinatie toedienen
- Stollingsfactordeficiëntie (anders dan hemofilie A of hemofilie B):
- Patiënten met een stollingsfactor ≤10% dienen voorafgaand aan de vaccinatie contact op te nemen met het HBC
- Bij patiënten met een stollingsfactor >10% zijn geen aanvullende maatregelen vereist
- Hypofibrinogemie (<1000 mg/l): neem voorafgaand aan de vaccinatie contact op met het HBC
- Fibrinolyse-stoornis: gebruik op de dag voor en de dag van de vaccinatie tranexaminezuur 1000 mg 3 keer per dag oraal
- Bloedingsneiging zonder duidelijke oorzaak (e.c.i.): gebruik op de dag voor en de dag van de vaccinatie tranexaminezuur 1000 mg 3 keer per dag oraal
- Stollingsstoornis én gebruik van antistolling: neem voorafgaand aan de vaccinatie contact op met het HBC
- Meerdere stollingsstoornissen: neem voorafgaand aan de vaccinatie contact op met het HBC
Na toediening 10 minuten de injectieplaats afdrukken en in de uren erna patiënt zelf laten inspecteren of er alsnog een hematoom ontstaat. Gevoeligheid in de arm is gebruikelijk, maar zwelling is teken van mogelijk hematoom.
Wanneer u na het lezen van bovenstaande informatie over coronavaccinatie bij patiënten met een stollingsstoornis vragen heeft, kunt u contact opnemen met het Hemofiliebehandelcentrum van het Maastricht UMC+ via de mail: hbc@mumc.nl of telefonisch op: 043-3877026
-
Patiënten met PNH vallen niet in de groep van patiënten met een verminderde afweer en zij kunnen dus gevaccineerd worden zodra zij daarvoor een uitnodiging ontvangen.
Rondom het laten zetten van de coronavaccinatie bij patiënten met PNH geldt het volgende:
- Iedereen wordt geadviseerd om zich met het coronavaccin te laten vaccineren. De keuze om zich te laten vaccineren blijft uiteindelijk bij de patiënt
- De dagen na de toediening van het vaccin zou er mogelijk sprake kunnen zijn van een tijdelijke toename van hemolyse als reactie op het vaccin
- Voor patiënten met antistolling verwijzen wij u naar de adviezen voor patiënten met antistolling.
- Indien er na de vaccinatie sprake is van koorts, dient patiënt contact op te nemen met de afdeling Hematologie
Wanneer u na het lezen van bovenstaande informatie over coronavaccinatie bij patiënten met PNH vragen heeft, kunt u contact opnemen met de afdeling Hematologie van het MUMC via de mail: poli.oncologiecentrum@mumc.nl of telefonisch op: 043-3877026
Deze informatie is gebaseerd op de richtlijnen van de HOVON/NVVH en het RIVM, geraadpleegd op 24-02-2021
-
Algemeen geldt na de vaccinatie 2 minuten stevig afdrukken. Overige maatregelen zijn afhankelijk van het antistollingsmiddel dat wordt gebruikt:
- Trombocytenaggregatieremmers (acetylsalicylzuur (Aspro, Aspirine, Alka-Seltzer), clopidogrel (Grepid, Iscover, Plavix), dipyridamol (Persantin), prasugrel en ticagrelor): geen overige maatregelen nodig
- Vitamine K antagonisten (acenocoumarol of fenprocoumon): vaccinatie alleen indien INR stabiel is. Dit is het geval wanneer afgelopen 3 maanden het medicatiebeleid niet aangepast hoefde te worden op basis van de INR-controles. Bij een wisselende INR die regelmatig gecontroleerd moet worden door de trombosedienst mag alleen intramusculair gevaccineerd worden als de INR in de 7 dagen voorafgaande aan de vaccinatie <3,5 was.
- Laag-moleculairgewichtsheparine (LMWH), in eenmaal daagse dosering of tweemaal daagse dosering of DOAC (dabigatran, rivaroxaban, apixaban, edoxaban) geldt het volgende advies afhankelijk van de dosering:
Eenmaal daagse dosering van LMWH of DOAC:
- Bij eenmaal daagse dosering van DOAC of LMWH minimaal 6 uur ná de laatste inname van de DOAC of LMWH-injectie vaccineren. Indien een patiënt ’s avonds de DOAC of LMWH neemt, kan de ochtend erna worden gevaccineerd. Indien een patiënt ’s ochtends de DOAC of LMWH neemt, dan moet er minimaal 6 uur na deze ochtenddosis worden gevaccineerd.
Tweemaal daagse dosering van LMWH of DOAC:
- Bij tweemaal daagse dosering van DOAC of LMWH moet de vaccinatie 1 uur vóór de volgende inname van de DOAC of de LMWH-injectie worden uitgevoerd. Bij vaccineren in de ochtend betekent dit dat de ochtenddosis DOAC of LMWH moet worden uitgesteld en pas kan worden ingenomen of geïnjecteerd tot minimaal 1 uur ná de COVID-19-vaccinatie. Bij vaccineren in de middag moet minimaal 6 uur na de ochtenddosis DOAC of LMWH worden gevaccineerd.
Wanneer u na het lezen van bovenstaande informatie over coronavaccinatie bij patiënten met antistolling vragen heeft, kunt u contact opnemen met uw hoofdbehandelaar in het MUMC die het antistollingsmiddel heeft voorgeschreven, telefoonnummer: 043-3876543
Deze informatie is gebaseerd op de richtlijnen van de HOVON/NVVH en het RIVM, geraadpleegd op 24-02-2021